Het debuut van Laura Mentink deed Arjan Peters denken aan Nescio, die hij een groet bracht op De Nieuwe Ooster. Door: Arjan Peters , Volkskrant 22 oktober 2016
Janus is de naam, de man die iets miste en hij wist niet wat. Uit de schets ‘Najaar’, opgenomen in de verhalenbundel Boven het dal van Nescio, die verscheen in 1961 vlak voordat de schrijver stierf. Pseudoniem en personage komen hier dicht bij elkaar. ‘Wat miste-n-i? Hij zei datti een gebroken hart had en dat de scherven overal door z’n gestel zwierven en er uit moesten zweren.’
Afkomstig uit het essay De man die iets miste van neerlandicus Rob Bindels, die een gelukkige hand van citeren heeft en het, geheel in de geest van zijn held, kort houdt (uitgeverij Huis Clos; euro 15,-).
Weg, het debuut van actrice Laura Mentink, doet niet de woordkeus, maar wel de onvervulbaarheid van verlangens aan Nescio denken
Een pagina of 200 schreef Nescio, die als de heer Grönloh op het kantoor van de Holland-Bombay Trading Company zelfs co-directeur werd, en thuis zijn migraine en het rumoer van vier kinderen te lijf probeerde te gaan door met een natte doek om zijn hoofd aan de schrijftafel plaats te nemen. Een man die weg wilde, maar niet wist hoe.
Aan de romancière Agnes Maas schreef hij in zijn nadagen: ‘Soms als ik m’n werk nalas was ’t me alsof een ander ’t gemaakt had en dan had ik erg met ‘m te doen.’
Zijn proza is invloedrijk tot op de dag van vandaag. In de onlangs verschenen gedreven monoloog Weg, het debuut van actrice Laura Mentink, doet niet de woordkeus, maar wel de onvervulbaarheid van verlangens aan Nescio denken. Even niet hier willen zijn, geen mening hoeven hebben waar je achter moet staan, maar weg, verdwijnen, alleen zijn en mislukken, dat is wat de vertelster nastreeft.
Even niet hier willen zijn, geen mening hoeven hebben waar je achter moet staan, maar weg, verdwijnen, alleen zijn en mislukken, dat is wat de vertelster nastreeft
‘ik dacht ineens jezus alles heeft met elkaar te maken, alles wat ik zeg heeft verbinding met alles, alles wat ik doe is hetzelfde, terwijl ik denk dat ik het tegenovergestelde doe. en toen dacht ik wauw wat een geweldige ervaring, en toen dacht ik oh is dit het begin van een psychose’ (De Nieuwe Toneelbibliotheek nr 342; euro 7,50). Mentink heeft de monoloog voorzien van tekeningen, veelal trappetjes die zo minuscuul zijn dat je eenmaal bovenaan nóg geen vrijheid zult voelen.
Wat Nescio betreft: gefnuikte idealen en een zucht naar zuiverheid dreven hem de natuur in, of naar ongerepte plaatsjes als Kortenhoef en Groet.
Uiteindelijk kwam meneer Grönloh op de Amsterdamse begraafplaats De Nieuwe Ooster te liggen. Daar heb ik hem laatst een groet gebracht.
Op de zerk zijn de jaartallen vervaagd. De schrijversnaam is nog juist leesbaar. En nee, ik zie daar geen symboliek in. Want gelukkig voor ons is Nescio nooit weg.